Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Theo Dirix

Kennismaking met nieuwe voorzitter

Vlamingen in de Wereld heeft het elftal van haar bestuursorgaan verjongd en verbreed. Met drie twintigers (Enya De Raedemaecker, Andreas Hinderyckx en Hasan Jashari) en een evenwicht tussen nieuwe en herbenoemde leden (Frederik Boriau, Geert De Proost, An Descheemaeker, Wim Pannecoucke en Eva Pareit) wordt het dagelijks bestuur gedragen door An de Moor, vicevoorzitter, Hilde Celeste De Jonge, penningmeester, en Theo Dirix, voorzitter. Met hem maken we vandaag kennis.

Wat is jouw buitenlandse parcours?

Als regisseur-omroeper op VRT-3/Klara reisde ik in de jaren tachtig alsmaar vaker naar Marokko om er, met producer Herman Vuylsteke, traditionele muziek op te nemen, en later schrijvers en schilders, en mijn echtgenote, te ontmoeten. Na een kanselarijexamen ben ik door de FOD BuZa naar het buitenland gestuurd. Voornamelijk als consul heb ik achtereenvolgens gediend in Tanzania, Saoedi Arabië, Jordanië, Canada, de Verenigde Arabische Emiraten, een terugkeer naar Brussel, Griekenland en Denemarken, telkens voor 3 of 4 jaar. Na mijn pensioen ben ik ‘half en half’ naar Griekenland teruggekeerd.

Welke drie momenten zullen je altijd bijblijven?

Drie? Honderden! Meestal bijstandsgevallen, op post en tijdens mijn passage in Brussel waar ik op de al even indrukwekkende als discrete dienst Bijstand heb gewerkt: een verdwijning in de wildernis met gelukkige afloop, een busongeluk, repatriëringen van een familie maar zonder hun hond, een aardbeving, een kinderontvoering, een doodzieke toeriste alleen in een hotel zonder geld, de jongeman die niet naar huis wilde, gevangenisbezoek, en fietsers, fietsers, fietsers, (resp. in een natuurpark met leeuwen, bij een militair domein en zichzelf uitnodigend.) Daar vond ik, niet als ambtenaar maar als ‘civil servant’, de grootste voldoening, of het nu goed of slecht afliep.

Wat is de grootste les die je leerde in het buitenland?

Geluk en ongeluk zitten altijd en overal in een klein hoekje, maar in het buitenland is die hoek veel groter. En als mensen alleen of zonder middelen vallen, wordt alles in die hoek ook nog eens extra uitvergroot.

Wat is jouw drijfveer om je bij VIW te engageren?

Gewoon verderzetten wat ik altijd gedaan heb: mensen (vooruit) helpen? Maar ook mijn taal, cultuur en geschiedenis uitdragen, zoals mijn fascinatie voor Andreas Vesalius (wiens graf ik in Griekenland bewaak). Met beide idealen gaat het niet goed. Hoe lang gaat ‘gedigitaliseerde’ dienstverlening nog menselijk blijven? Hoe ‘cool’ is de overdracht van ons geheugen nog? Natuurlijk moet VIW verjongen en verbreden, maar misschien heb je wel een knorpot nodig om op de meubelen van menselijkheid en verleden te passen?

Welke maatschappelijke rol dient VIW te spelen?

Onze ‘eens en voor altijd, vroeger ook miserie-uitwijking’ heeft plaatsgemaakt voor digitaal nomadisme, kortere expatcontracten, met partners die tijdelijk op de pauzeknop duwen en kinderen die terugkeren om te studeren. VIW moet de vinger op de pols van die vertrekkers en terugkeerders houden. Opdat zij voor Vlaanderen nog iets betekenen. En omgekeerd: voor de export, tegen brain drain, en voor de continuïteit.

Wat zijn de noden en uitdagingen?

Wij zien vooral kansen in de uitdagingen en noden. Het aantal internationaal actieve Vlamingen groeit, en de Vlaamse overheid ondersteunt deze ambitie. In onze exportgerichte regio is het cruciaal dat werknemers wereldwijd kunnen werken. In het recentste regeerakkoord wordt expliciet gepleit voor de ondersteuning van Vlamingen die hun loopbaan internationaal willen vormgeven. Als onafhankelijke stichting bieden wij de perfecte ondersteuning en maken we het verschil voor expats, ondernemers, diplomaten en hun partners. De erkenning en steun die we ontvangen stellen ons in staat om duurzaam bij te dragen, ook in een tijd van veranderende migratiestromen, variërende profielen en flexibele uitzendingen.

Auteur:
Koen Van der Schaeghe