Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Andy Van Pachtenbeke

Andy's diplomatieke microbe

Een studie rechten begin je om advocaat te worden. Zo ook Andy Van Pachtenbeke. “Ik zag mezelf al grootse pleidooien houden zoals in de Amerikaanse films.” Toch is hij ondertussen al enkele jaren diplomaat, sinds enkele maanden geposteerd in Washington. Hoe dat gekomen is? Het waren de mensenrechten, mijnheer!

Want alle advocatendromen ten spijt, draaide het al tijdens de studies anders uit, vertelt de West-Vlaming in een Zoomvenster. “Toen al merkte ik dat ik veel meer interesse had in internationaal recht en relaties en mensenrechten. Daar wilde ik mee verder gaan in mijn professioneel leven, maar helaas biedt dat in ons land weinig jobkansen. Je hebt de academische wereld en de overheid; dat is het. Zo ben ik dus de aan de Universiteit Gent begonnen, waar ik elf jaar als onderzoeker en lesgever in mensenrechten heb gewerkt, eerst voor professor Johan Vandelanotte, later voor professor Yves Haeck. Dat combineerde ik dan toch ook met advocatuur.”

De optie om de diplomatie in te gaan bleef echter in het achterhoofd spoken, maar de tijd zat niet mee. “Jarenlang werd het klassieke Diplomatiek Examen niet meer georganiseerd. Ik bleef op mijn honger zitten tot 2015, toen ik eindelijk kon deelnemen. Ik slaagde, en in 2017 ben ik voor de FOD Buitenlandse Zaken aan de slag gegaan; eerst een jaar stage in Brussel, vervolgens nog een jaar proef in Parijs. In oktober 2018 ben ik daar geposteerd bij de Belgische vertegenwoordiging bij de Unesco.

“Ik ben er vier jaar gebleven: een erg fascinerende tijd, want het is niet evident om multilaterale relaties te onderhouden met 193 lidstaten. In de Unesco komt de hele wereld samen, en als VN-agentschap brengt het erg veel geopolitiek met zich mee. Mijn taak bestond er voor een groot deel uit om die op te volgen, vooral rond thema's als gendergelijkheid, veiligheid voor journalisten, maar ook werelderfgoed. Ik overlegde daarover met andere EU-lidstaten, onderhandelde met derde landen, … en zo probeerden we zo gunstig mogelijke beslissingen van de Unesco te bewerkstelligen. Eén van de dingen die ik zo mee onderhandeld heb, is een internationale aanbeveling over de ethiek van artificiële intelligentie, waarbij mensenrechten sterk benadrukt werden.”

En hij lacht. “Ik weet het, het klinkt abstract, maar ik kan je verzekeren dat het erg boeiend was. Tegen het einde van mijn postering daar kwamen er ook de problemen van de pandemie bovenop. We zijn toen heel erg beginnen pleiten dat kinderen naar school konden blijven gaan.”

Eeuwig passant

Begin augustus moest Van Pachtenbeke afscheid nemen van de Lichtstad. Een diplomaat blijft immer een passant, onderweg naar alweer een volgende post. Dat werd Washington, stad van zijn dromen. “Ik was er al vaker geweest voor mijn werk aan de universiteit, dus ik kende de stad al. Ik keek er bijgevolg naar uit om naar daar te vertrekken, al mis ik de sfeer bij Unesco met zijn wereldgemeenschap, de vrienden die ik er gemaakt heb.”

“In Washington heb je de mooiste herfst die er bestaat.”

En ook de job veranderde. “In Washington ben ik deze keer wel verbonden aan de Belgische ambassade, wat een heel andere positie is. Dit is veel bilateraler, waarbij je minder midden in de onderhandelingen staat. Je bent meer toeschouwer; je kijkt naar en informeert je over wat er gebeurt in het land, en analyseert dat. Persoonlijk vind ik de energie van een onderhandeling erg meeslepend, maar wat ik nu doe heeft ook zijn charmes: je komt veel zaken te weten, krijgt veel meer informatie, en dat is ook erg interessant.

Ik volg hier in de eerste plaats de Amerikaanse ontwikkelingssamenwerking op, maar ook het werk van de Wereldbank. Zo blijft er toch een facet van multilateraliteit aan. Ook mensenrechten blijft een onderwerp. Zo is de doodstraf één van de thema's waar wij samen met andere EU-landen rond werken. We gaan daarover in dialoog met de Amerikaanse overheden, maar ook met ngo's en andere organisaties. En sinds kort ben ik ook publieke woordvoerder van onze ambassade. Ik organiseer mee de evenementen die we op poten zetten, wat erg interessant is want zo ontmoet je mensen tot wie je anders geen toegang hebt. Een paar weken terug mocht ik zo de Amerikaanse attorney general (procureur generaal, red.) Merrick Garland ontmoeten. Dat vond ik toch een hoogtepunt. En ja, in Parijs heb ik zelfs eens Koningin Mathilde op een werkbezoek aan Unesco mogen fotograferen. We hadden geen officiële fotograaf, fotografie is een van mijn passies, en één en één was natuurlijk drie.”

Doordrongen van de politiek

De Amerikaanse hoofdstad staat inderdaad best ver van het American Heartland, bevestigt Van Pachtenbeke het beeld van Washington. “Al was het maar omdat bijna iedereen die hier woont, werkt voor of bij de overheid. Je hebt ambtenaren, maar ook think tanks, ngo's, … De stad is doordrongen van politiek. Tegelijk voel je hier minder de verdeeldheid die je elders in het land beleeft. Het is op politiek vlak een relatief homogene stad.

Je kunt het een bubbel noemen, ja, maar ik wil toch benadrukken wat vaak onderschat wordt: het is een bijzonder aangename stad om te beleven. Het is groen, er is voldoende cultuur te beleven, in het weekend hangt er een ontspannen sfeer. Het is een fijne omgeving om te leven. Zo kom ik al sinds ik hier voor het eerst kwam heel graag aan de Georgetown Waterfront, een pier waar je een aantal heel fijne buitenbars hebt. Ik krijg er een instant vakantiegevoel. En verder is er de fijne en relaxe boekenwinkel Kramer Books aan Dupont Circle. En laat me vertellen dat je hier de mooiste herfst krijgt die er bestaat. De stad staat vol bomen, op dit moment is het er ongelofelijk mooi.”

Nog een misverstand; de diplomaat als ultiem expattype. “Ik beweeg me hier eigenlijk niet in een expatomgeving. Dat gevoel had ik veel meer in Parijs, waar rond Unesco een heel sociale omgeving hing, en laat ons eerlijk zijn: Parisiens zijn misschien ook iets minder toegankelijk dan Amerikanen als het aankomt op sociale contacten. Zeker in Washington raak je makkelijk in gesprek met anderen. Er zijn altijd gedeelde interesses. Je merkt wel dat een ontmoeting altijd een functioneel element krijgt. Wat je doet, en waar je werkt, is altijd de eerste vraag. Maar als diplomatieke post is Washington dan ook erg gemakkelijk, in tegenstelling tot sommige moeilijke bestemmingen waar je beperkt bent in je vrije beweging tot een bepaalde compound.”

Maar ook hier gaat Van Pachtenbeke niet blijven. “Diplomaat zijn vraagt flexibiliteit”, geeft hij toe, “en dat kan soms wat zwaar zijn. Je moet elke keer opnieuw beginnen, net als je denkt 'nu ken ik de job een beetje' moet je opnieuw bijleren. Je mist de stabiliteit die anderen vaak hebben. De discussie of het beter is om deze job te doen met een gezin als steun of zoals ik net zonder is op dat vlak onbeslecht. Op dit moment zeg ik dat deze job de minpunten waard is. En laat ons eerlijk zijn: we leven in een tijd waarin technologie veel gemis kan opvangen.

In principe vertrek ik hier in de zomer van 2026, dat weet ik nu al. Maar voor het zover is, komt er nog een druk jaar aan met het Belgische EU-voorzitterschap in 2024, de Belgische én de Amerikaanse presidentsverkiezingen, … En in 2026 wordt het WK voetbal georganiseerd in Canada, de Verenigde Staten en Mexico. Dat hoop ik ook nog mee te maken.”

En dan? Prikt een lijstje droombestemmingen op het mentale bord? “Ik denk er over na om als volgende voor een bestemming in Afrika te opteren; dat ontbreekt immers in mijn ervaring, vind ik. En ik zou heel graag nog eens iets doen in Zuid-Amerika. Buenos Aires, bijvoorbeeld. Een post in Scandinavië staat ook wel hoog op mijn verlanglijstje, net als Dublin. Maar sowieso keer ik na deze periode eerst drie jaar terug naar Brussel. Zo is de regel, en die houdt natuurlijk steek: je wil toch dat een diplomaat nog altijd zijn band met het moederland behoudt. Je bent hier om België te vertegenwoordigen. Het klinkt misschien melig, maar dat voelt voor mij echt als een privilege.”

Auteur:
Matthieu Van Steenkiste